Kampen en leemkuilen.
De boerderijen stonden vroeger veilig bijeen in een dorp, vlakbij de bolle akkers. Daaromheen lagen de beekdalen en heidevelden. Omdat de bevolking groeide was de grond in het dorp op een gegeven moment volgebouwd. Daarom worden vanaf de 19de eeuw heidevelden ontgonnen en voor landbouw geschikt gemaakt. Deze stukken worden kampen genoemd. De boerderijen van de kampen liggen niet als een dorp bijeen, maar los in het land zoals op de Pandelaarse Kampen in Gemert.
Langs de Leemskuilendijk in Bakel liggen poelen. Eén van de poelen ligt op de plaats van een originele leemkuil. In leemkuilen, ook aan de Leemskuilenweg in Gemert, werd vroeger leem gedolven als bouwmateriaal. Nog tot ver in de 18de eeuw werd bijvoorbeeld het houten geraamte van de muren van de boerderijen opgevuld met een mengsel van leem, stro en mest. Zulke muren van vakwerk kom je nu in de gemeente Gemert- Bakel niet meer tegen. Leem plakt, is kneedbaar en lijkt op een soort klei.